11 mei van dit jaar heeft de VVD Lisse aan het college gevraagd of zij bereid is dit jaar af te zien van de heffing van precariobelasting. Dit als steuntje in de rug aan de lokale horeca en als teken van betrokkenheid in deze lastige coronatijd.
Het college vond het een uiterst sympathieke gedachte. En dan moet je op gaan letten. Het college realiseert zich dat het een zware tijd is voor ondernemers en zo ook voor de horeca. Daarom worden zij de eerste drie maanden tegemoet gekomen met de 1e TOZO regeling (tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers). En er volgt nog een 2e TOZO regeling.
Omdat er ook nog geen overzicht is over de exacte (financiƫle) gevolgen van de coronacrisis vindt het college het te prematuur om nu al op deze manier vooruit te lopen op mogelijke andere compensaties en door het Rijk te nemen maatregelen.
Ergo, het college kijkt het nog even aan.
In gesprek zijnde met de lokale horeca blijkt wel dat zij niet ontevreden zijn over de houding van het college en de tegemoetkomingen die het college doet mbt bv vergroting van de terrassen, gebruik maken van parkeerplaatsen etc.
De VVD zal hier in september zeker op terugkomen. De vraag zal dan zijn, hoe is het gesteld met de financiƫle omstandigheden van de horeca ondernemers in Lisse. Staat het water hen tot aan de lippen of loopt het zelfs over de schoenen. Is het nog nodig om de precariobelasting kwijt te schelden of is het noodzakelijk om verder te gaan en het college te vragen ook de WOZ kwijt te schelden.
We zullen het zien, na het reces.